Casestudie

Infrabel

Casestudie Infrabel

Infrabel verrijkt geografische data en tools voor spoorwerkers

Als spoorwegbeheerder moet je te allen tijde snel aan de sporen kunnen. Bij een defect of een ongeval, dat spreekt vanzelf, maar evengoed voor regulier onderhoud of voor grotere werken aan je spoorinfrastructuur. Omdat de bestaande digitale kaarten daarvoor ontoereikend bleken, besloot Infrabel die te verrijken met eigen geografische data. Voor het converteren van al die data nam het Nordend onder de arm: een specialist in het bouwen van efficiënte processen met ruimtelijke data.

Wie toegang tot het spoor zegt, denkt al gauw aan overwegen. Er bestaan echter nog andere toegangspunten, en ook die moeten de spoorwerkers van Infrabel op elk moment vlot kunnen bereiken. “Kunnen ze er te voet naartoe? Is er parkeerplaats in de buurt? Kunnen ze er met zwaar materiaal naartoe?” Het zijn maar enkele realistische vragen die IT-projectleider Kurt Decock bij wijze van voorbeeld opwerpt.

“De verbeterde routering maakt dat we onze technici vlotter dan ooit kunnen leiden naar de punten waar zij toegang tot de sporen hebben. Dat is mee de verdienste van Nordend, dat met zijn professionele aanpak en grondige knowhow dit project tot een goed einde heeft helpen brengen.”

Kurt Decock, IT Projectleider CAE & Innovaties bij Infrabel

een aantrekkelijk alternatief

OpenStreetMap

De oplossing ligt eigenlijk voor de hand: digitale geografische kaarten en tools die de spoorwerkers van Infrabel de juiste antwoorden bieden op al die praktische vragen. En die hen in één moeite door ook naar het gewenste toegangspunt gidsen. Alleen bleek die oplossing sneller bedacht dan uitgevoerd. Zo volstonden de beperkte geodata van Google Maps niet om als (exclusieve) gegevensbron te dienen voor de eigen, specifieke kaart- en navigatietoepassingen van Infrabel. “De dienstwegen die onze technici gebruiken, om maar iets te noemen, ontbreken bijvoorbeeld op die kaarten”, verduidelijkt Kurt Decock.

Tegelijk wou Infrabel af van de duurdere commerciële kaart- en navigatiesystemen waarop het tot dusver een beroep had gedaan. Zo kwam al vrij gauw het gratis opensource-alternatief OpenStreetMap (OSM) in het vizier. “Om een nog betere service te kunnen leveren aan onze eigen businessklanten, namen we ons wel voor om dat platform zoveel mogelijk naar onze hand te zetten”, herinnert de IT-projectleider zich. De services die OpenStreetMap zelf ter beschikking stelt, volstonden immers niet voor Infrabel. Of ze bleken onvoldoende afgestemd op de behoeften van een spoorwegbedrijf.

Te veel gegevens

Maatwerk voor spoorwegen

“OpenStreetMap bevat heel veel data”, legt Kurt Decock uit. “Té veel data soms. Denk aan fietswegen. Of bossen. Hoe interessant die ook zijn, die data filteren wij eruit.” Daarbij komt dat de ruwe OSM-data ook niet altijd correct gestructureerd zijn. “Ook dat hebben wij ondertussen al geleerd.”

“Uiteindelijk is het de bedoeling dat we die ruwe data verwerken tot een informatieproduct of softwaretoepassing die bruikbaar is voor ons als spoorwegbedrijf.” Concreet betekent dat bijvoorbeeld: een geografische kaart die de medewerkers van Infrabel zowel op kantoor kunnen bekijken als onderweg, op hun mobiele telefoons. “Daarom is het ook belangrijk dat je basiskaart niet te groot is, zodat het haalbaar blijft om ze te downloaden zonder meteen je volledige 4G-capaciteit te verbruiken.”

“De samenwerking met Nordend verloopt uitermate vlot. We zijn met name tevreden over de expertise van de consultants van Nordend. Wij beseffen zelf maar al te goed hoe moeilijk zulke experts vandaag te vinden zijn.”

Kurt Decock, IT Projectleider CAE & Innovaties bij Infrabel

De uitdagingen

FME-integratieplatform

De uitdaging bij dit project bestond erin de juiste ruwe data te selecteren en te bewerken in functie van de typische noden van Infrabel, om die data vervolgens te presenteren via de eigen tools van de spoorwegbeheerder. Om die uitdaging tot een goed einde te brengen, ging het overheidsbedrijf op zoek naar een lokale IT-partner die de nodige ondersteuning kon bieden bij het bewerken en converteren van al die ruwe data. De technologie die dat mogelijk moest maken, hadden Kurt Decock en zijn collega’s alvast gekozen: FME, een oplossing voor data-integratie en -transformatie, ontwikkeld door Safe Software.

Bij een openbare aanbesteding kwam de lokale FME-specialist Nordend als beste keuze uit de bus. “We zijn heel tevreden over onze samenwerking”, vertelt Kurt Decock. “Die verloopt uitermate vlot. We zijn met name tevreden over de expertise van de consultants bij Nordend. Wij beseffen zelf maar al te goed hoe moeilijk zulke experts vandaag in de markt te vinden zijn.”

Strategie

Datakwaliteit verbeteren

Bij het bewerken van de OSM-data filtert Infrabel bepaalde data weg, terwijl het tegelijk eigen data toevoegt (naast data van derden, zoals de Lambert 72-coödinaten, die al sinds 1972 de basis vormen voor de Belgische topografische kaarten). “We vertrekken van een basiskaart waar we de data over spoorwegen uithalen. Daarvoor gebruiken we liever onze eigen data, die accurater en vollediger zijn. Idem voor de data over dienst- of toegangswegen. Die eigen data leggen we in laagjes bovenop de OSM-basiskaart.”

Iets gelijkaardigs gebeurt ook bij het omzetten van adressen in geografische coördinaten. “Voor die geocodering werken we met adressen uit drie verschillende regio’s – Vlaanderen, Brussel en Wallonië – en dus ook met drie verschillende gegevensbronnen. De adressen die daarin zitten, zijn niet altijd volledig of correct vertaald. Wat ons ertoe aanzet om ook daarin de nodige correcties door te voeren en zo de datakwaliteit te verhogen.”

“Maar het belangrijkste blijft toch de verbeterde routering”, besluit Kurt Decock. “Die maakt dat we onze technici vlotter dan ooit kunnen leiden naar die punten waar zij toegang tot de sporen kunnen krijgen. Dat is mee de verdienste van Nordend, dat met zijn professionele aanpak en grondige knowhow dit project tot een goed einde heeft helpen brengen.”

Uitdagingen

Resultaten

Oplossingen

Technologieën